Over de drie pilaren van De Waterspiegel

In de hedendaagse westerse samenleving worden de drie pilaren van De Waterspiegel – kunst, therapie en (mystieke)religie – vaak gezien als compleet verschillende domeinen. Mijns inziens komt dit doordat we deze fenomenen bezien vanuit hun institutionele context. Zo zijn er scholen met verschillende opleidingen voor kunst, psychologie en religie en  zijn er kerken, musea en psychologiepraktijken. Wanneer wij boeken lezen vallen deze grenzen al veel meer weg, in boeken over theologie en filosofie vindt men veelal verwijzingen naar psychologie en kunst.

Bij De Waterspiegel streven we er naar dergelijke scheidingen die een institutionele achtergrond hebben, achter ons te laten. Wanneer we ze weg denken ontstaat een enorme ruimte, een veld van open mogelijkheden. Een gebied waar de verbeelding niet wordt beperkt. Waar alle sociale constructen die ontstaan in dergelijke instituten geen rol spelen.

Ik kan het nooit laten een en ander ook vanuit een meer Oosterse-Boeddhistische logica te bekijken. Het niet-conceptuele, non-dualistische is daar erg belangrijk. Dus niet ‘dit óf dat’, ook niet eens ‘dit én dat’. Gewoon loslaten om te categoriseren.

Dan nog over ‘verbeelding’. Daar heb ik in de Hermetische wereld wel interessante dingen over geleerd. Daar wordt ons geleerd de verbeelding niet te verwarren met fantasie. Waarbij fantasie bestaat uit projecties van het verlangen, terwijl verbeelding gaat over het zich in beeld manifesteren van het onderbewuste. Het onderbewuste wordt manifest, wordt bewust in beeld.

De Waterspiegel gaat natuurlijk bij uitstek over die beweging waarbij van onder water – het onderbewustzijn – de beelden verschijnen in het bewuste.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *